De Familie Peels
Wie was die Jan Peels uit Aalst? Peels stamde uit een Peellandse familie, en dat letterlijk. Zijn voorouders kwamen uit Someren en Asten en woonden daar aan de rand van de Peel. Zijn vader Joost Peels was vanuit Someren naar Aalst getrokken.
Zijn vrouw Anna van Oosterhout kwam uit Asten. Zij is als weduwe van Joost Peels op 87-jarige leeftijd te Aalst op 15 november 1860 gestorven. De familie Peels woonde in Aalst op het Kerkeind.
Jan Peels had in Eindhoven voor notaris Willem Huijsmans op 30 juli 1861 de erfenis van zijn ouders verdeeld met zijn enige broer Hendrik Peels. Het was een erfenis met een waarde van F 2700,-. Voor die tijd een groot bedrag.
Met dat geld kocht Jan de Aalsterhut. Op 11 januari 1862 huwde hij met de Bergeijkse Margaretha Hoeks. Jan was toen al 48 jaar oud, zijn vrouw was pas 30.
Een jaar later, op 17 maart 1863, werd te Aalst hun enige zoon Josephus Peels geboren. Toen Jan eenmaal in de Aalsterhut woonde werd een tweede kind
geboren, maar dat kwam levenloos ter wereld.
Jef Peels was zodoende het enige kind. Als gevolg daarvan was hij vrijgesteld van de Nationale Militie. Anders was hij misschien toch afgekeurd, want Jef was erg klein.
Officieel hoorde het gezin Peels tot de gemeente Zesgehuchten. Toen Jan Peels de hut kocht in 1864, was in Zesgehuchten nog geen kerk. Zodoende behoorde hij tot de parochie Geldrop. De oude kerk van Geldrop was bijna anderhalf uur lopen vanuit de Aalsterhut. Gezien de Aalster afkomst van de familie Peels is aan te nemen dat zij de parochiekerk van Aalst bezocht.
In 1867 veranderde die situatie. De bisschop keurde een opsplitsing van de parochie Geldrop goed. Zesgehuchten kreeg in 1868 een noodkerk, die weldra plaatsmaakte voor een fraaie kerk. In 1866 werd centraal tussen de zes afzonderlijke gehuchten een school gebouwd. Na enige jaren groeide daar een centrum.
Jef Peels moest in Zesgehuchten naar school. Of hij dit gedaan heeft is niet meer terug te vinden. Voor deze jongen was dat maar liefst een uur lopen vanaf zijn ouderlijk huis in de hei. De omstandigheden waren in die tijd niet beter dan een eeuw eerder. Het waren mulle zandwegen over heuvels, langs vennen en door de heide. Bij de Paassense hut bestond inmiddels een bos. Zodra dat bos doorkruist was, waren de eerste boerderijen van het gehucht Gijzenrooij zichtbaar.
Het was dezelfde route die de Aalster wevers met hun grote pakken op de rug volgden. Onderweg trof Jef een enkele keer een boer, die met zijn kar de heide
introk, om bij het Huisven turf te gaan steken of hei te gaan maaien voor de stal. Verder was het een eenzame weg naar Zesgehuchten.
Aalst kon hij in een half uur bereiken. Het eerste stuk daarvan ging ook door de heide, langs het Meeuwven dat achter de hut lag, richting Eekenrode. Van daaruit was het niet ver meer naar de
kerk en de school. Nabij het huis waar hij geboren was, liep zelfs een spoorlijn van Eindhoven naar Hasselt. Aalst was wel kleiner dan Zesgehuchten. In 1866 telde Aalst 650 en Zesgehuchten 950 inwoners.
De route langs de Aalsterhut werd in die jaren voornamelijk gebruikt als weg naar Leende. Zo moet Jef ook zijn vrouw hebben leren kennen. Waarschijnlijk kwam zij met haar moeder of met haar broers wel eens in de hut als zij naar Eindhoven ging. Naar het schijnt, heeft zij in Frans van Kuijk op Hulst al een eerdere vrijer gehad, voor zij Jef Peels leerde kennen.
Op 22 februari 1889 huwde Jef Peels in Leende met Johanna Maria van den Broek. De vader van Jef was inmiddels te Zesgehuchten overleden op 10 september 1888.
Jef woonde alleen met zijn moeder in de Aalsterhut. Margaretha Hoeks bleef daar tot haar dood in 1899 wonen.