De Groote Heide

Hoe eenzaam en afgelegen de Aalsterhut lag, kunt u erg goed zien op een oude kaart van 1841. Zij was gebouwd midden in de Groote Heide, een half uur verwijderd van het gehucht Gijzenrooi, waartoe het pand behoorde. Vanwege het feit dat de posthut zo dicht bij Aalst lag, maar nog net op Zesgehuchtens grondgebied, kreeg deze hut achter het Groot Huisven al gauw de naam Aalsterhut.
De herberg lag vlakbij enkele belangrijke wegen door de heide, zoals de postroute van Eindhoven naar Hamont, die bovendien door de inwoners van Leende werd gebruikt als weg naar Eindhoven; verder het oude weverspad van Geldrop over Genoenhuis en Gijzenrooi naar Aalst en Waalre en de zandweg van Valkenswaard over het Achtereind naar Zesgehuchten.
Een erg centrale ligging, maar ondanks dat, geen ideale plek om te wonen. Oostelijk van de hut lag het uitgestrekte Groot Huisven en ook naast het pand in de richting van Aalst lagen vennen. De diligence naar de Heezerhut moest uitwijken voor een van die vennen. Dit droeg in de 18e eeuw de naam ‘het Spit’. Naar de bewoner van de Heezerhut – een zekere Greven – heette het Grevenschutven (Grevens-hut-ven).
Het landschap rondom de- Aalsterhut was open. Bomen groeiden er vrijwel geen. Tussen de hut en het Huisven werd door de boeren van Zesgehuchten en Aalst turf gestoken. Ook gingen zij gras maaien voor de stallen. Hier en daar zwierf een schaapskudde begeleid door een herder over de heide. Gezellig wandelen in de natuur werd vrijwel niet’gedaan. Daar was geen tijd voor. De heide werd alleen doorkruist omdat het de kortste weg was. Zeker niet de makkelijkste, want stuifzandheuvels en vennen belemmerden een vlotte doorgang. Door de wir-war aan wegen en karresporen kon men er gemakkelijk verdwalen. De kerktorens van de omliggende dorpen en de grenspalen op de heide waren de enige aanknopingspunten. Wie er niet door moest of er gras of turf ging halen, bleef er weg. Door die eenzaamheid lag er een geheimzinnige sluier over het gebied. Door de boeren werd dat nog versterkt met verhalen over spoken. Heel bekend in de Groote Heide was de ‘gloeiige’. Voor ons een heel goed verklaarbaar natuurschijnsel, maar in die tijd angstaanjagend voor de boeren die alleen deze uitgestrekte heide met paard en kar bereisden.
De gevaarlijke turfkuilen en de moerasgassen bij het Huisven hielden nieuwsgierigen uit de Groote Heide.
’s Zondags en op marktdagen werd de Aalsterhut wel bezocht door inwoners van Aalst, Zesgehuchten en Leende. Jan Peels woonde tot 1864 op het Kerkeind in Aalst. Voor hem was de hut een half uur lopen. Mie Peels was geboren in Leende op Boschhoven. Op de kaart is goed te zien dat vanuit Boschhoven een weg regelrecht naar de Aalsterhut liep in de richting van Eindhoven. Na een wandeling van een uur over de mulle wegen kon zij de hut bereiken. Ook voor haar was de hut de enige woning die zij op haar lange weg naar Eindhoven tegenkwam.